Turf

 

Turf is een opééngehoopte en deels verkoolde massavegetatie, die doorgaans wordt aangetroffen in vochtige gronden en veengebieden. Turf kan bestaan uit verschillende plantensoorten waaronder heide of verrot zeewier. Heide en mos spelen een grote hoofdrol, maar ook andere plantensoorten zoals paars moerasgras, veenbes, beredruif en Schotse pijnboom kunnen het karakter beïnvloeden. Water dat doorheen turf stroomt, neemt een aantal elementen van de turfbodem in zich op. We spreken van ‘geturfd’ water. De smaak van het water zal dan ook een lichte doch typische grondsmaak hebben. Het opmerken van turf in een Schotse whisky is dan ook als het ruiken en proeven van de bodem van Schotland. Sommigen weten deze smaak te appreciëren, anderen smaken liever geen turf. Het is in elk geval zo dat de aanwezigheid en het gebruik van turf in de productie van whisky van invloed is op de verschillende deelprocessen, en dus op verschillende manieren kan bijdragen aan de smaakontwikkeling van onze geliefde drank :

 

·         het water stroomt door en over de turfgronden naar de moutfabriek, waar de gerst dan ook in geturfd water wordt geweekt ;

·         turf wordt gebruikt als brandstof in de kiln om de gemoute gerst te drogen, waarbij de tonen van turf via de rook worden afgezet op de mout ;

·         het gebruik van geturfd water bij het verdunnen in de distilleerderij en bij de rijping in een pakhuis op een turfachtige aarden vloer kan de smaak beïnvloeden.

 

Turfvelden komen voor 90% voor in het noordelijke halfrond en in een gematigd en kouder klimaat. In Schotland heeft men 1 miljoen hectare turf beschikbaar, wat ongeveer overeenkomt met 12% van het Schotse landoppervlak. De Lowlands omvatten het minst turfachtige deel van Schotland, maar is bekend om zijn hoogveen (Veengebieden op grote hoogte. Verschilt van laagveen door verschil in vegetatie). De Highlands beschikken over turfachtige heidegronden en maanlandschappen van turfvelden in het noorden. De eilanden Orkney en Islay zijn het meest turfachtig

 

Turf wordt gespit met de hand of machinaal. De oorspronkelijke methode is het spitten met de hand, waarbij er eerst een mossige toplaag verwijdert wordt en opzij gelegd. Daarna wordt er met behulp van een schop de steekdiepte bepaald. De turf wordt in stukken van 60 x 15cm gestoken en opgeschept met een tusker. Indien het spitten machinaal gebeurt, dan worden de machines door tractoren getrokken en zagen ze de turf af tot op de gewenste diepte met een cirkel of kettingzaag. Daarna worden deze stukken machinaal opgepakt vb. door samendrukking en daarna uitknijpen (zoals een tube tandpasta) of door het malen tot een droog poeder.